Borstzorg in AZ Rivierenland

 

borstzorg in AZR

De overheid heeft door het federaal Kenniscentrum voor de gezondheidszorg (KCE) een studie laten uitvoeren rond de behandeling van borstkanker in de Vlaamse ziekenhuizen. Deze resultaten zijn recent gepubliceerd: uit het rapport blijkt dat de overlevingskans bij behandeling in een erkende, coördinerende borstkliniek gemiddeld significant hoger zou zijn dan in een satelliet borstkliniek of niet-erkend borstcentrum.

AZ Rivierenland heeft momenteel een niet-erkend borstcentrum. In het ziekenhuis worden jaarlijks 80 à 100 patiënten behandeld, dit met uitstekende resultaten. We begrijpen dat rond de publicatie van de studie vragen kunnen rijzen bij onze medewerkers en patiënten.

We werken in het borstcentrum van AZ Rivierenland nauw samen met de erkende coördinerende borstkliniek  borstkliniek van het UZA: zo wordt elke patiënt besproken in het multidisciplinair oncologisch consult (MOC) met het UZA voor tertiair advies en er zijn wederzijdse uitwisselingen van artsen in AZ Rivierenland en UZA.

Patiënten hebben dus bij AZ Rivierenland de zekerheid dat hun dossier zowel in AZ Rivierenland als in het UZA besproken wordt om de behandeling te bepalen. Hierdoor wordt hun de garantie gegeven dat ze dezelfde up-to-date behandeling krijgen als in het UZA. Ook de verdere opvolging gebeurt in nauw overleg.

De oncologen en gynaecologen die mee de behandeling uitwerken zijn ook verbonden aan het UZA. We bieden met andere woorden voldoende garantie op een kwalitatieve, wetenschappelijk onderbouwde behandeling, ondersteund door artsen van het UZA.

 

Elke patiënt krijgt op deze manier dezelfde, specialistische behandeling als in de erkende borstkliniek van het UZA, maar dan in de vertrouwde omgeving dicht bij huis.

 

AZ Rivierenland heeft enkele jaren geleden een aanvraag gedaan voor de officiële erkenning als satelliet  borstkliniek, maar deze werd toen niet weerhouden enkel en alleen omdat we op dat moment geen oncoloog op voltijdse basis in dienst hadden.

Daarnaast wil minister F. Vandenbroucke deze studie aanwenden voor aanpassing in de terugbetaling van de behandeling van borstkanker. Hierrond zijn echter nog geen definitieve beslissingen genomen. Bovendien gaat dit enkel over de uitwerking van het behandelingsplan en een mogelijke ingreep, niet over alle vervolgbehandelingen. Deze kunnen dus absoluut blijven doorgaan in de niet-erkende borstcentra.